Communicatie is meer dan alleen voorlichting. Vaak wil je met communicatie ook gedragsverandering bewerkstelligen. Verandering van gedrag volgt op veranderingen van denken; van je overtuigingen. Overtuigingen zijn de stellingen die je hebt en waarvan je zeker bent dat het waar is. Dat kunnen ‘waarheden’ zijn waar je over nagedacht hebt. Maar het kunnen ook onbewuste overtuigingen zijn. Die heb je van jongs af aan meegekregen van je ouders, leraren of de maatschappij.
Er zijn genoeg organisaties die communiceren om verandering van gedrag bij anderen te laten ontstaan. De overheid bijvoorbeeld die mensen bewust met energie en afval om willen laten gaan. Of scholen die leerlingen willen stimuleren om meer of anders te leren. Maar ook banken die iedereen aan het bankieren via de app of contactloos betalen willen krijgen.
Dat veranderen van gedrag, en dus overtuiging, is niet zo gemakkelijk. Mensen zijn gehecht aan hun overtuiging. Daar kunnen ze zich als het ware aan vasthouden. Gelukkig hebben enkele wetenschappers uitgangspunten gevonden die belangrijk zijn wanneer men overtuigingen van anderen wil veranderen.
We willen bevestiging van eigen overtuigingen
De Israëlisch-Amerikaanse neurowetenschapper Tali Sharot bijvoorbeeld, zegt dat we als mens vooral zoeken naar bevestiging van onze eigen overtuigingen. Wanneer iemand anders argumenten heeft die tegen onze eigen overtuigingen ingaan, sluiten je hersenen zich blijkbaar gewoon voor die andere argumenten af. Zelfs als die argumenten correct zijn.
Zoek een gezamenlijk uitgangspunt
Sharot zegt dat je iemand beter kunt overtuigen door op zoek te gaan naar een gezamenlijk uitgangspunt: een overeenkomst tussen jouw
overtuigingen en die van de ander. Het eerste wat je dus volgens Sharot moet doen, is nagaan wat in het hoofd van de ander omgaat.
Daarnaast moet je ook gebruikmaken van emoties en van wat mensen willen geloven. Dan heb je het over overtuigingen die gaan over de basale menselijke wensen.
Denk daarbij aan de wens om deel uit te maken van een groep, het verlangen naar hoop, en de behoefte aan keuzevrijheid en controle over je eigen leven.
Positieve informatie werkt
Ook stelt Sharot dat mensen beter naar positieve informatie luisteren dan naar negatieve. Waarschuwen dat slecht gedrag
gezondheidsproblemen, boetes of een slecht cijfer opleveren, helpt daarom niet zoveel.
Je kunt beter zeggen dat goed gedrag zorgt voor een betere gezondheid, een mooiere en veiligere leefomgeving en goede cijfers.
Ga in op basale menselijke wensen
Om gedragsverandering plaats te kunnen laten vinden, moet je als organisatie dus ingaan op de basale menselijke wensen. Je moet gezamenlijke overtuigingen
benadrukken en hoop en positiviteit triggeren. Maar ook het gevoel bij mensen versterken dat ze zelf de controle hebben over hun leven.
De gemeente Heerlen doet dat bijvoorbeeld bij de afvalverzamelpunten in de wijk. In mijn buurt staat bij zo’n afvalpunt een bord met de tekst:
‘De meeste mensen in deze wijk zetten geen afval naast de bakken. U helpt toch ook om de wijk schoon te houden?’
De gemeente refereert daarbij aan positief gedrag en aan eigen verantwoording nemen. Ook maakt ze gebruik van het feit dat mensen bij een groep willen horen en daarom niet graag af willen wijken van het geldende groepsgedrag. Ik zou overigens wel graag eens willen weten of de hoeveelheid afval die naast de afvalbakken staat inderdaad verminderd is sinds de komst van de bordjes.
Meer weten over gedragsverandering stimuleren met
behulp van communicatie? Lees dan ook mijn blog Gedragsverandering stimuleren met communicatiemiddelen.
Bron: Tali Sharot - cnn.com